Dit premasterproject is een onderzoek naar kruisingen tussen analoog en digitaal. Door voortdurend te schakelen tussen een rastermatige en golfmatige benadering, verken ik de beelden vanuit meerdere perspectieven. Orde/wanorde, grootte, materie, en tijd zijn de assen waarrond ik mijn onderzoek heb uitgevoerd.

In mijn onderzoek dissecteer ik (digitale) beelden. Er ligt een bijzondere focus op een technisch element van de JPEG-afbeelding – een alomtegenwoordig maar vaak onopgemerkt bestandstype dat het internet visueel vormgeeft. De manier waarop het beeld tijdens de compressie opgedeeld wordt in blokken van 8x8 pixels, waarbij elk blok bestaat uit een combinatie van cosinusfuncties met verschillende frequenties fascineert mij. De complexe patronen die ontstaan uit de interferentie van deze golven vormen het hart van mijn onderzoek. Deze patronen zijn voor mij een soort mythisch, universeel recept waaruit elk beeld kan worden opgebouwd. Door te schakelen tussen raster en golf, tussen digitaal en analoog, benader ik deze patronen – en daarmee beeld zelf – op meerdere niveaus. Mijn onderzoek beweegt zich langs vier conceptuele assen die ik voor mijzelf bepaald heb: entropie (orde en wanorde), materie (de wisselwerking tussen digitaal en tastbaar object), schaal, en tijd. Vanuit deze structuur leg ik verbindingen met bredere fenomenen en theorieën, zoals interferentie, pareidolie, hoe AI ‘ziet’, waarde-overgangen, en natuurlijke processen zoals reaction diffusion.